
In bepaalde bosvakken in het Beatrixpark groeien
een aantal bijzondere planten, de Stinzenplanten. Dit zijn in de regel planten die vroeg in het voorjaar
bloeien met opvallende bloemen.
De naam 'stinzenplant' komt van het Friese woord 'stins'
dat een versterkt stenen huis betekent. Dit konden b.v. oude landgoederen, boerenhoven, pastorietuinen en voormalige
stadswallen zijn. Binnen de grachten of aarden wallen rondom dergelijke 'stinsen' ontstonden in de loop van de tijd
tuinen, waarin, onder een dek van bladverliezende bomen, een bepaalde groep planten verwilderde die zich buiten de omwalling
niet of nauwelijks kon handhaven. Aan het begin van de 20ste eeuw zijn deze planten in Friesland voor het eerst onder de
naam 'stinzenplanten' beschreven.
Ook elders in Nederland zijn in de loop van de eeuwen
tuinen, parken en parkbossen aangelegd, waarin deze zelfde groep planten verwilderde. Zo werden in de 19e eeuw in de parkbossen
van veel Nederlandse buitenplaatsen in navolging van een Engelse trend, 'wild gardening' geheten, grote hoeveelheden bol-
en knolgewassen aangeplant die nu tot de stinzenplanten worden gerekend.
Veel stinzenplanten hebben de eigenschap dat ze in een
bijzonder kort tijdsbestek, namelijk in het voorjaar, voordat de bomen hun blad hebben, groeien, bloeien en zaad vormen. Om
dit staaltje van groeikracht ieder jaar weer uit te voeren hebben de planten een grote voorraad reservevoedsel nodig. Dit
voedsel ligt opgeslagen in bollen, knollen en wortelstokken.
Planten met bollen, knollen of wortelstokken worden
geofyten genoemd. Ze overwinteren geheel onder de grond. De meeste van de stinzenplanten/geofyten, met name de planten met
een bol of een knol, verdwijnen in mei of juni weer ondergronds. In de zomer zult u tevergeefs naar deze planten zoeken. Naast
de geofyten zijn er ook stinzenplanten die met hun winterknoppen net boven of net onder de grond overwinteren. Dit zijn de
zogenaamde hemikryptofyten. Voorbeelden hiervan zijn het maarts viooltje, lievevrouwebedstro en het breed longkruid. Deze
hemikryptofyten houden de hele zomer hun blad.
Hierna een foto-impressie:
alle foto's: Herbert Koster, 2003/2007

sneeuwklokje, slanke sleutelbloem, donkere ooievaarsbek

slanke sleutelbloem (2x), maagdenpalm, akelei

bosandoorn, slanke sleutelbloem, gele dovenetel, speenkruid
|